-
1 lièvre
lièvre [ljevr]〈m.〉1 haas♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 il ne faut pas courir deux lièvres à la fois • wie twee hazen jaagt, vangt er geen enkelec'est là que gît le lièvre • daar zit hem de kneepdormir en lièvre • een hazenslaapje doenm -
2 c'est là que gît le lièvre
c'est là que gît le lièvreDictionnaire français-néerlandais > c'est là que gît le lièvre
-
3 Knackpunkt
Knackpunkt〈m.〉 〈 figuurlijk〉1 cruciaal moment/punt, breekpunt♦voorbeelden:1 das ist der Knackpunkt • daar zit (hem) de kneep, dat is de crux -
4 das ist der Knackpunkt
daar zit (hem) de kneep, dat is de crux
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский
